Alle kinderen maken tweetallen.
Van de tweetallen zet één kind het andere kind in een positie van een etalagepop.
Na een signaal komt de etalagepop tot leven en gaat bewegen vanuit de positie waarin hij was gezet.
Bijvoorbeeld iemand die als een hardloper wordt neergezet, gaat dan langzaam hardlopen.
Na het volgende signaal komt de etalagepop weer langzaam tot stilstand in de positie waarin hij begon.
Daarna wisselen van rol. |