Kies een moordenaar, een plek en een moordwapen. Verzin daar een verhaal omheen hoe het gebeurd is. Laat een detective/rechercheur/politieman komen die verteld dat er iemand is vermoord en dat hij onze hulp nodig heeft om de dader te vinden.
Zet drie lokalen of stukken grond af. Knip alle ‘moordenaars’, ‘plaats delict’ en ‘moordwapens’ uit. Verstop de papiertjes in de afgezette lokalen. Verdeel de kinderen in drie groepen, elke groep krijgt onderstaande lijst. Ze moeten nu de papiertjes zoeken en op de lijst afstrepen.
Het papiertje dat ze vinden is niet de moordenaar. Na tien minuten schuift iedereen door.
Na drie rondes moet de dader, plaats en wapen worden uitgezocht. De kijkt wat de mogelijke daders zijn (niet weggestreept) en kiest er eentje van. Zelfde voor plaats en wapen. Dan verzin je een verhaaltje waarom het die drie zijn.
Dan kijken wie de goed combinatie heeft.
Hier onder staat een voorbeeld. Je kunt uiteraard zelf de namen van de daders/wapens/locaties uitschrijven. Of nog een categorie toevoegen (bv slachtoffer, hulpje, etc).
Majoor Peer | Kelder | Revolver | Dienstmeisje | Huiskamer | Dolk | De Butler | Keuken | Schep | De chauffeur | Studeerkamer | Scheermesje | Madame Appel | Zolder | Kandelaar | Stiefdochter Kersje | Schuur | Blik soep | Ex-vrouw Soesje | Serre | Ventilator | Zoon Leonel | Hobbykamer | Tosti-ijzer | Kapitein Koekoek | Garage | Gitaar | Hond Bark | Tuin | Lichtslang | |